In deze video stelt Nancy haar boek kort voor.

Spikant: Dag Nancy, je boek biedt een meerwaarde voor wie in het leven voor moeilijke uitdagingen komt te staan. Zonder belerend of moraliserend te zijn, bied je wijze levenslessen aan verpakt in gerichte opdrachten en mogelijke perspectieven. Had je een bepaalde missie voor ogen toen je het boek wou schrijven?

Ja zeker, ten eerste het leven is een leerproces. Je komt in het leven voor allerlei uitdagingen te staan. Die aanpakken vraagt een zoektocht, zeker als je kinderen opvoedt en elke dag voor de klas staat. Ik voelde dat ik heel wat energie verloor door kinderen constant te willen motiveren. Dat was ook zo bij de opvoeding van mijn zoon. Mijn zoon, Tibot, wist helemaal niet wie hij was en wat hij wilde in het leven. Hij zat in tweede jaar bedrijfsmanagement richting ‘accountancy’ en zag de examens niet meer zitten. Als ouder focus je op het gedrag van je kind. Je wilt dat je zoon slaagt voor de examens, want je hebt bepaalde verwachtingen naar je kind toe. Je wilt dat je zoon mee is in de maatschappij en je weet als ouder dat hij het wel aankan, maar dat hij alleen nog meer in zichzelf moet geloven. Dus ook hij kwam voor moeilijke uitdagingen te staan. Ik besloot toen op zoek te gaan naar een andere aanpak en in mijn zoektocht kwam ik uit bij Inge Rock, een professionele transformatiecoach. Als ouder kon ik aanwezig zijn bij de professionele begeleiding van mijn zoon. En het is daar dat ik tot het inzicht ben gekomen, met een beter begrip van mijn onderliggend denken en voelen, dat ik zoveel energie verloor door gewoon altijd te focussen op resultaten en gedrag. En dat deed ik ook in mijn klas. De motivatie van de kinderen lag heel laag en om ze bij te sturen en te motiveren sprak ik hen steeds aan op hun gedrag. Dit is werken van buiten naar binnen. Ik ben toen verder op zoek gegaan naar wat ik mijn kinderen precies wil meegeven. En na die ervaring met mind-training, ben ik stapsgewijs een heel programma gaan uitschrijven, opgebouwd rond de competenties van willen naar zijn. Van wat wilt het kind en wat wilt het niet en wat zijn zijn talenten. En bij de toepassing van dat programma zag je uiteindelijk die kinderen veranderen. Zij voelden zich merkbaar gelukkiger en wisten beter waar ze aandacht aan gaven en waar hun energie naar toeging, terwijl ik daar niet expliciet met de kinderen over sprak. Ze voelden wie ze werkelijk waren en stuurden zichzelf aan vanuit hun eigen verbeelding. Dit is werken van binnen naar buiten. Het zijn de positieve reacties bij mijn terugkoppeling naar de coach en het advies van mijn inspecteur-adviseur NCZ, die hebben geleid tot het schrijven van mijn boek en dat ik uiteindelijk heb geschreven vanuit de intuïtie, het creatief brein of anders gezegd vanuit het hart om te komen tot authenticiteit. Het is mijn missie dat ouders, leerkrachten, opvoeders, therapeuten aan de slag gaan met het boek om het psychosociaal welzijn te verbeteren van kinderen en om zo in het latere leven burn-out te voorkomen.

Spikant: Je schrijft in je boek : “Ik wil kinderen met dit boek leren hoe ze het leven kunnen leven dat ze zelf kiezen.” “Ik wil hen tonen dat je dromen kan realiseren.” Eigen keuzes maken en je eigen dromen navolgen en realiseren staan centraal. Een eerste stap die jij aanraadt is om je keuze goed te verbeelden. Het vraagt beschouwing, het voor het geestesoog brengen hoe je levensdoel eruit ziet of zou moeten zien. In die zin is het sterk gelinkt aan ‘levensbeschouwing’. Is dit ook een pleidooi voor meer ‘verbeeldingskracht’ in de les levensbeschouwing?

Dat klopt, verbeeldingskracht is alles. Enerzijds biedt het vak ‘levensbeschouwing’ een zoektocht voor je kind naar wat het verlangt en wilt vanuit zichzelf. Elke verliefdheid, creatie, start in de verbeelding. Door er betekenis aan te geven kunnen we ernaar toe groeien. En je hebt er veel voor over omdat je je er goed bij voelt. Het idee laat je niet los en er is een actie aan verbonden.

Anderzijds biedt het vak ‘levensbeschouwing’ een zoektocht voor het kind naar wat het niet meer wilt en naar de gedachten waarvan de emotie kan losgelaten worden. Het vak biedt dus ook een uitlaatklep om emoties los te laten of problemen op te lossen door herinneringen op te nemen in de verbeelding. Ik denk bijvoorbeeld aan een overlijden dat pijn doet in het hart. Door stil te staan bij de betekenis van de dierbare en die mee te geven in een gesprek, een tekening of een schrijfsel, kan je de pijn van het verlies loslaten. Op dezelfde manier kan je kinderen ook helpen door hen oefeningen in verbeelding aan te bieden. Door hen te laten praten, te laten neerschrijven wat hen niet vooruithelpt, verleg je de focus naar een oplossing.

Je biedt kinderen hiermee een groeiproces aan om de uitdagingen van het leven aan te gaan en de betekenis in zichzelf te vinden. Door hen bewust te maken van de betekenisgeving maak je hen meer verbonden met zichzelf en de wereld, zodat ze ook zinvoller in het leven kunnen staan. Ik noem dit het aanspreken van het creatief brein, wat nauw verbonden is met je intuïtief verlangen. Dat is de ultieme drijfveer. Als het buikgevoel niet goed zit, dan ga je er niet voor, zoals je dat ook hebt bij iemand die je intuïtief niet goed ligt. Dus in mijn boek laat ik vooral de passie bij de kinderen spreken.

Spikant: Daaraan gelinkt; een centrale metafoor in het boek is die van (het beklimmen van) de berg. In jezelf of iets wat je wil bereiken geloven is al half gewonnen. Daarmee heb je de zelftwijfel, het klagen en het uitstelgedrag al overwonnen. Aangekomen op de top, ben je de meester geworden over jezelf. Wat zou je met dat doel voor ogen, de leerkracht NCZ zeker aanraden om uit te proberen in de les?

Ik raad aan alle stappen van het boek te doorlopen. Omdat het boek het hele groeiproces doorloopt van willen naar zijn. Via de verschillende zingevingsonderdelen in het boek, leert het kind met een laag zelfbeeld zichzelf te ontplooien tot wie het wil zijn of worden. Net zoals bij de metafoor van de berg, heb je pas na het inoefenen van de aanwijzingen in het boek een bewust zelfvertrouwen en meesterschap over je brein. Dan kunnen kinderen met alles omgaan, want ze leren gaandeweg met mislukking om te gaan. Via zingeving, het verbeelden van de eigen doelen in het leven, leren ze voor iets te gaan en verder te bouwen op het verlangen dat hen vanbinnen uit aanstuurt.

Spikant: Jij staat als leerkracht in het buitengewoon basisonderwijs. Je ook door dit leerlingenpubliek te zijn geïnspireerd. Het boek is voor hen nog meer van bijzondere waarde. Leerlingen in buitengewoon onderwijs worden ingedeeld op basis van een diagnose. Anderzijds kan je bij leerlingen zonder diagnose wel eens tot de vaststelling komen dat zij vroeg in hun ontwikkeling zichzelf systematisch overschatten, daarin gesterkt door een onrealistische positieve bevestiging uit hun onmiddellijke omgeving. Kunnen dromen ook buiten proportie groeien en dus leiden tot een onrealistisch zelfbeeld? Hoe kan je dit volgens jou voorkomen? Welke benadering biedt jouw boek om de realiteitszin in het opvoeden te behouden?

Wel, kinderen in het buitengewoon basisonderwijs hebben ervaren hoe het is om uit de boot te vallen en dan komen ze bij ons. Ze hebben al een aantal etiketten meegekregen en dan komt het er op aan om met die etiketten om te gaan. Maar ik geef ook coaching buiten de school. Ook aan kinderen uit het gewoon basisonderwijs, die vastzitten in de ontwikkeling. De omgeving doet er wel toe. De verwachtingen uit de omgeving kunnen een spanningsveld creëren. Als ik die kinderen vraag om een tekening te maken, dan zie je die al bezig met hun gom omdat ze denken dat ze niet kunnen tekenen. En dan gaat het om tekenen als vrij expressiemiddel. Het gaat hier nog niet om reken- of taaloefeningen. Daaraan zie je dat de focus en de lat zo danig hoog ligt, dat de kinderen geen geduld meer met zichzelf hebben, terwijl het juist een groeiproces is om met fouten te leren omgaan. Het is niet alleen zo met 10-jarigen, maar het begint ook al met kinderen van 6 en 7. Ik krijg zelfs hulpvragen van ouders voor hun kleuter. Ze willen niet alleen de lat hoog leggen, maar ook voldoen aan de verwachtingen, die in de maatschappij voornamelijk worden gericht op prestaties die omgezet kunnen worden in cijfers en het behalen van resultaten.

Nu, om verder in te gaan op je vraag ‘ga je met die droombeelden geen onrealistische gedachten in de hand werken’? Dromen is eigenlijk de motivator ‘willen’ en die wordt niet beoordeeld omdat wat je wenst, waarnaar je verlangt, waarvoor je je wil inzetten, geen cijfer kan krijgen.

Als ik bijvoorbeeld te maken heb met een kind, dat later dokter wil worden, maar het kind is zwakbegaafd, dan laat ik dit kind vrij in het droombeeld en zal ik niet de vraag stellen of het wel haalbaar is. We maken duizenden droombeelden, maar dat wil niet zeggen dat ze allemaal uitkomen. We willen zoveel in het leven, maar op het moment dat je er echt naar verlangt vanuit je hart, ga je actie ondernemen en ga je groeien in het proces om dat droombeeld met passie te bereiken. Je moet sowieso vertrekken vanuit een droombeeld. Doorheen het proces dat erop volgt, leer je uit ervaring – want je kunt alleen maar leren door te ervaren – dat het bijvoorbeeld een heel moeilijke weg is om voor dokter te studeren. Maar het zijn die kinderen die wel een baan vinden in een ziekenhuis. Ze worden bijvoorbeeld aangesteld in een logistieke functie, maar worden daarom geen dokter. In het groeiproces kunnen droombeelden switchen of het verlangen een andere weg inslaan. Je verbetert doorheen de ervaring, je schaaft je bij. Belangrijk is dat kinderen uit zichzelf ervoor gaan en niet om aan de verwachtingen van de ouders te voldoen. Een missie die vanuit jezelf ontstaat kan niemand tegenhouden.

Spikant: Er wordt voorgehouden dat de inzichten in het boek gestoeld zijn op wetenschappelijk onderzoek. Het lijkt ons dat niet alles wat je ons wilt meegeven gebaseerd is op wetenschappelijk verworven kennis. Je stelt in je boek ergens dat je hart sterker is dan je brein. En wel uitgerekend 6000 keer. Omdat het hart de sterkste generator is van elektromagnetische velden. Je leunt sterk op een energetisch mensbeeld in je boek. Wat wil je ons met deze benadering vooral duidelijk maken?

De elektromagnetische benadering is vooral gericht op kiezen waar je je energie aan wil geven. Alles waaraan je aandacht geeft, groeit. De cruciale vraag is : ‘ga ik daar mijn energie in steken of niet?’. Je hebt altijd een keuze; de keuze tussen energiewinst of energieverlies.

Isaac Newton hield zich bezig met de zwaartekracht, Albert Einstein bestudeerde energie. Hun studies ondersteunen het idee dat wat je uitstraalt, je ook terugkrijgt. Door je bijvoorbeeld boos en afstandelijk te gedragen, creëer je een spanningsveld en daardoor zullen anderen niet met jou samenwerken en afstand van je houden. Het is goed om in het leven je emoties los te laten en de gedachten aan te sturen. In ons voorbeeld doe je dit door niet vast te houden aan de gebeurtenis, die aan je ergernis aanleiding gaf, maar door in je gedachten de focus te verleggen en zo je energie om te buigen naar een betekenisvolle bron waaruit jij je energie kan putten. Ik haal mijn inspiratie bij Mindfullness. De kern van je energie, ligt in het hart, namelijk ‘liefde’. Door je hart open te stellen voor anderen zend je als het ware energie uit. Denk bijvoorbeeld aan hoe je reageert wanneer iemand naar je lacht, dan lach je toch terug? Nu, het is de betekenis die je voor jezelf en voor anderen stelt in het leven die belangrijk is, want door gaat de energie naar uit.

Spikant: Laten we het tot slot hebben over ‘liefde’. Jij bewandelt duidelijk het pad van het positief denken en daarmee weet je kernen van ‘waarheid’ (heel persoonlijk, maar toch universeel) aan te raken. Bijvoorbeeld wanneer je schrijft over de relatie met je man. Je schrijft dat in de liefdesrelatie je alleen ervaart wat de andere teweegbrengt bij jezelf en dat je eigenlijk op zo’n moment de liefde van de ander voor een aspect van jou voelt, van iets waar je je misschien niet van bewust was. Als we helemaal eerlijk zijn met onszelf, kunnen we allemaal van onze partner zeggen dat hij/zij ons ergens in het leven een spiegel heeft voorgehouden. Is dat wat een echte relatie ons brengt : zelfinzicht?

Ja, ik denk van wel. Het zien van je spiegelbeeld in de ander leidt tot zelfontplooiing. Ik dacht vroeger ik ben alleen goed genoeg als ik iets goed beslis en anders niet. Maar toen ik mijn man leerde kennen, leerde ik al snel dat hij niet keek naar de gebreken waar ik op focuste, maar wel naar wie ik werkelijk was. Later begon ik in te zien hoe we met onze gedachten onszelf kunnen neerhalen. Ik kom ook vaak jonge mensen tegen, jonge vrouwen, die vooral gericht zijn op het uiterlijke en zich alleen goed voelen als ze er goed ziet. Terwijl zelfaanvaarding, jezelf omarmen met je emoties, zo fundamenteel is voor het eigen groeiproces. Daarover lees je in het laatste deel van mijn boek. Zelfacceptatie als fundament, durven voor jezelf te kiezen voor wie je bent zowel positief als negatief is iets waar we – ook als samenleving – veel te weinig bewust van zijn. Je kan er alleen maar op gewezen worden door een ander. Daarom stuur ik kinderen heel vaak een hartje toe. Het hart als teken van de liefde, de aanvaarding van wie je bent. Dat schept verbondenheid (solidariteit in de samenleving). Dat is zo belangrijk : weten dat je er bent voor elkaar en dat je jezelf met anderen kan verbinden en je aan elkaar kunt optrekken. Zijn we trouwens ook niet vanuit de liefde van volwassenen op de wereld gekomen?

“ Zelfacceptatie als fundament, durven voor jezelf te kiezen voor wie je bent zowel positief als negatief is iets waar we – ook als samenleving – veel te weinig bewust van zijn „

Nancy Jacqmotte

Deze website maakt gebruik van cookies om uw gebruikersgemak te verbeteren. Lees meer